SDDC ofwel Software Defined Data Center is een hot topic in de IT wereld. Hardware wordt “commodity” waar niemand nog interesse voor heeft: het moet doen waarvoor het gebouwd is, dat is wat men verwacht. Hoe het dat precies doet is bijkomstig geworden.
Niet zo heel erg lang geleden werden verkoopsgesprekken nog gevoerd met behulp van bits & bytes, feats & speeds zeg maar – het eureka voor een select groepje techies, een zwarte vlek op het netvlies van vele anderen. Vandaag staan we met zijn allen op een gigantisch kantelpunt in de sector. When it rains, it pours is een heel toepasselijk gezegde als je het mij vraagt.
Allow me to elaborate…
When It Rains, It Pours
Enterprise omgevingen zijn altijd wat conservatiever dan consumenten. Denk maar aan je Hotmail of Gmail account die je van overal en op elk toestel kan raadplegen, bijna altijd met onbeperkte opslag en coole features.
Denk dan eventjes terug aan je werkmail en bedenk dat je daar meestal een mailbox hebt met beperkte opslag, dat je die mailbox alleen op het werk kan raadplegen of op je smartphone / laptop die door je werkgever werd uitgereikt en dat je daarenboven al die coole features moet missen die je thuis al jaren kent.
De vergelijking met je gratis cloud mailbox is gigantisch… en ja, ik weet uiteraard dat het niet zo evident is en dat er veiligheid en data beschikbaarheid en what else meespeelt in het bedrijfsleven en dat die zaken een kost hebben. Maar toch… mensen zijn die “luxe” gewoon en vroeg of laat moet de bedrijfswereld aansluiting vinden.
Music, Maestro, Please
Een ander voorbeeld van “software defined” is je muziekverzameling. CD’s kwamen en gingen, mp3’s en digitale downloads kwamen en zijn er nog steeds, maar de cloud services zoals Spotify, Rdio, Deezer, Pandora en zo voorts winnen elke dag marktaandeel.
Het is een kwestie van tijd alvorens digitale downloads ook een uitzondering worden. En terecht! Opnieuw het gebruiksgemak van altijd en overal aan je muziek te kunnen is een luxe die mensen heel erg snel gewoon zijn. Hard-copy werd vervangen door software die eerst lokaal stond en nu zelfs in de befaamde cloud rondzwermt.
Videotape Is Dead
Nog een voorbeeld nodig? Videorecorders werden DVD-recorders en HDD-recorders. Daarna kwamen de Digicorders die met een settopbox en dus een vendor-lock-in toegang boden aan een provider gerelateerde cloud. Bijvoorbeeld Rio en Rex van Telenet waar je films en series kan bekijken, bestellen en streamen vanuit je luie zetel.
De volgende evolutie is nu ook al onze huiskamer aan het binnensluipen onder de vorm van Netflix en Stievie. TV, film en series waar en wanneer je wil op eender welk toestel dat internettoegang heeft. Niet meer vastzitten aan de locatie van je settopbox, maar kunnen kijken in de living op je grote TV, switchen naar je iPad tijdens het koken en daarna gewoon in de slaapkamer op de tweede TV, allemaal door middel van een cloud-oplossing die niet gebonden is aan het merk van je toestel of aan je provider van internet of televisie. Blessing!
Server-Side Whitelabled Commodity Hardware
Deze verschuiving zien ze ook in de enterprise omgeving en eigenlijk is die jaren geleden begonnen met bijvoorbeeld server-virtualisatie. Daarna werden de desktops gevirtualiseerd (echter wel alleen tractie gevonden voor zeer bepaalde use-cases, maar dat is een aparte discussie).
De volgende schakel in de ketting is de storage oplossing: gedaan met merkgebonden harde schijven met bijpassende disk-enclosures en een allesziende custom-made storage controller die daarbovenop draait en het boeltje beheert. De markt is aan het verschuiven naar commodity hardware. Whitelabel boxes zeg maar. Zelfgemaakt of een lot kunnen kopen aan een goede prijs. Het maakt allemaal bijzonder weinig uit, want de added-value en differentiatie zit in de softwarelaag erboven. Software-defined dus.
Twijfels? De trendsetters van deze wereld doen het nochtans al een hele lange tijd, nietwaar Google?
Argumenten zoals onbeheersbaar, slechte support, duurder op langere termijn, slechtere performantie,… zijn allemaal excuses om niet te veranderen. Net zoals platenmaatschappijen en TV-zenders halsstarrig willen vasthouden aan hun vergane glorie. Het wordt geen kwestie van meedoen of niet. Neen, het wordt een kwestie van meedoen of stoppen te bestaan.
Software defined is here to stay, komt in veel geuren en kleuren en laat ik nu professioneel net samenwerken met een belangrijke speler op de enterprise markt die deze boodschap heel erg goed begrepen heeft.
In enkele vervolgblogs ga ik graag wat dieper in op zaken als software defined storage, management en cloud integratie.
Stay tuned!
Category: Hardware (Page 2 of 4)
Eind 2008 kocht ik mijn eerste Mac. Een 13” Macbook “Unibody” – de eerste reeks uit die volledig uit één stuk alu gemaakt werd en niet meer uit plastic zoals de witte en zwarte voorgangers. Het jaar nadien zou mijn Macbook trouwens als de Macbook Pro door het leven gaan, want Apple introduceerde de Macbook Air.
Een jaar geleden bouwde ik mijn eigen Mac Pro: Project Hackintosh was geboren. Die machine is nog steeds mijn “main rig” thuis waarop ik mijn foto’s bewerk, data versluis van links naar rechts, filmpjes maak… maar ik miste toch iets mobiel omdat ik niet altijd zin heb om in mijn “mancave” te zitten.
Mijn Macbook was net iets te traag geworden (vooral in vergelijking met de Hackintosh), maar vooral het feit dat de batterij nog maar een half uurtje mee gaat, was de dooddoener. Een nieuw exemplaar kost al gauw €150 en zoveel geld wou ik er niet meer aan spenderen. Volledig afgeschreven is hij nog niet: de Macbook is mijn DJ laptop geworden, degene waarop ik me amuseer als ik muziek wil maken, degene die meegaat naar feestjes. Mijn trouwe gezel. Alle apps en data eraf gegooid, behalve degene die ik nodig heb voor de muziek dus. Works like a charm.
Maar daarmee was het probleem niet opgelost! Een mobiel toestel dus. En neen, mijn iPad Mini is geen optie want dat is een toestel om info mee te consumeren, niet produceren.
Toen ik in mei in Las Vegas zat, was ik natuurlijk niet uit de plaatselijke Apple store weg te houden. Welk toestel zou voor mij geschikt zijn? Ik wou echt heel mobiel gaan en dus dacht ik “Macbook Air”. Dilemma: de Air kan je niet krijgen met een Retina scherm. Die kan je enkel op de Pro krijgen.
In de Apple store gewikt en gewogen, getest, gespeeld, met de Apple genius gepraat en tot de conclusie gekomen dat mobiliteit > beeldkwaliteit voor mijn gebruik. En dat klinkt alsof een niet-Retina scherm ondermaats is, maar niets is minder waar hoor. Eerder zeer goed vs super goed.
Een Macbook Air zou het dus worden, maar daarmee kwam er ook een nieuw dilemma naar boven: 11” of 13”. Het formaat van de 11” sprak me erg aan, maar zou dat scherm niet iets te klein zijn voor veelvuldig op te werken? Hmmm.
Estetisch ging boven de twijfel over het praktische en dus werd het een 11” Macbook Air met 256GB flash en 4GB RAM. Ik heb lang gedacht om de 8GB te kopen daar je het geheugen achteraf niet kan uitbereiden, maar de Apple genius gaf te kennen dat ik het echt niet nodig had voor de taken die ik heb te kennen gaf.
En hij had gelijk. Ik ben hem gevolgd en ging voor de 4GB versie. We zijn nu drie maanden verder en ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing. Ik heb altijd minstens 7 apps open staan (Tweetdeck, Spotify, paar Safari vensters, Mail, Reeder, Evernote, Pocket en nog wat andere sporadische zaken) en nog geen enkel moment voelde er iets traag aan. Ongetwijfeld met dank aan het goede memory management van Mac OS X?
Moest ik nu vaak in Photoshop of Premiere knutselen of bijvoorbeeld veel virtuele machines willen gebruiken, dan zou 8GB aangewezen zijn. Maar dan zou ik misschien ook beter een Macbook Pro gekocht hebben? Neen, voor die taken gebruik ik de Hackintosh… en de uitzonderlijke keren dat ik het toch op de Air doe, gaat dat gewoon prima eigenijk.
Ja, 8GB had toekomstgericht meer zekerheid geboden voor OS upgrades / nieuwe apps. Maar misschien is er tegen dan weer zo een evolutie geweest dat we over andere zaken spreken. En als er iets is wat ik doorheen de jaren heb geleerd als het op computers aankomt, dan is het wel het volgende: kopen voor wat je vandaag en morgen nodig hebt, niet voor wat je volgend jaar misschien wel eens nodig zou kunnen hebben.
De markt en technologie evolueren zo snel dat computers (zoals bijna alle tech producten) geen zaak zijn van toekomstgericht kopen, eerder van in het heden te leven en te kopen.
My 2 cents. En die Macbook Air – mijn nieuwe mobiele metgezel – is de beste computer die ik ooit had.
Mijn bureau “het bureau” noemen is eigenlijk een belediging voor de ruimte. Bureau impliceert voor mij namelijk dat het een werkruimte is en eigenlijk is het dat ook, maar ook zoveel meer.
Batman
Het is de plaats waar ik me kan afzonderen als ik me moet concentreren, bijvoorbeeld wanneer ik van thuis werk en niet alleen thuis ben. Maar het is daarnaast ook mijn “Man Cave”.
Moest ik Batman zijn, dan zou mijn bureau de Bat Cave zijn.
Het is de plaats waar mijn geek projects ontstaan en vaak ook een plaats krijgen (denk: Raspberry Pi testsysteempje, home-made NAS oplossing, Hackintosh building area…), waar mijn boekenkasten staan, mijn gadgets / figurines een stelplaats hebben en waar ook mijn DJ materiaal opgesteld staat.
Televisie
Het enige dat daar eigenlijk niet staat, is een “old-school” televisie.
Tot voor kort had ik de nood niet om TV te kunnen kijken in die ruimte + er waren oplossingen zoals Yelo TV voor die uitzonderlijke momenten dat het toch nodig was.
Echter, ik heb besloten dat de XBOX naar het bureau mag verhuizen en hopelijk zo wat meer playtime krijgt en daarom heb ik er maar ineens een extra paar use-cases bij bedacht (vooral om mezelf de aankoop van de TV aan te smeren eigenlijk):
- Raspberry Pi monitor (mediacenter en what else)
- XBOX monitor / sound
- TV (maar dan wel via DVB-T of streams via de Mac)
- Derde scherm voor de Mac (mijn Hackintosh dus)
De TV die als winnaar uit de bus kwam is de Philips PFK4309 – een entry-level 32″ LED toestel dat full HD resolutie aankan. Geen smart gedoe. Slechts 2 HDMI aansluitingen en 1 USB aansluiting (die ik enkel zal gebruiken als ik de firmware van de TV wil updaten vermoed ik).
Aangezien de TV volledig aangestuurd zal worden door de Mac en de Raspberry Pi, vond ik het nutteloos om extra te betalen voor “Smart TV” mogelijkheden die toch tergend traag en beperkt zijn als je ze vergelijkt met een “echte” computer.
De TV zelf stond vorige week in promo bij Makro – €250 alstublieft. Kunt ge niet voor sukkelen mijn gedacht! Daar nog een beugel bij om hem aan de muur te monteren en we zijn er. Een HDMI-hub met remote heb ik nog liggen (bye bye Philips remote dus) en het enige dat ik nu nog nodig heb, is een extra videokaart voor de Hackintosh. Die laatste heeft standaard twee aansluitingen die ik al in gebruik heb en dus werd de zoektocht naar extra poorten gestart.
Het werd de EVGA nVidia Geforce GT 740 SC. De goedkoopste kaart die ik kon vinden die native ondersteuning heeft van Mac OS. Ze is sowieso sneller dan de on-board die ik nu gebruik (en die ruim voldoet voor alles wat ik er tegenaan gooi – ik game niet op de Mac) en heeft 2 DVI en 1 mini-HDMI uitgang. Gekocht bij Amazon UK, inclusief mini-HDMI 2 HDMI adapter + verzending voor €100.
Levering ergens deze week waarna ondergetekende begin volgende week een dagje in “the cave” zal doorbrengen. Another geek project taking place :).
IDC heeft een nieuwe term bedacht voor de “hyper converged systems” waarvan Nutanix u waarschijnlijk het meest bekend in de oren klinkt: Compustorage Clusters.
Aangezien die systemen zo goed als altijd uit nodes bestaan, zijn het per definitie clusters en omdat je ze niet granulair kan “scalen” (lees: als je alleen storage wil of alleen compute power, dan heb je pech want je upgrade in nodes en die bevatten altijd beide componenten), noemen ze het “Compustorage Clusters”.
Me like.
Mijn Macbook batterij is alweer aan vervanging toe vrees ik.
Mijn partner in crime staat deze maand al vijf jaar aan mijn zijde en kreeg eind 2010 ook al eens een nieuwe “enerybar” bedeeld. €125 kost dat u zonder verzendingskosten bij Apple.
Tegenwoordig haal ik met moeite 30 minuten op batterij terwijl een nieuwe batterij het 4-5u kan uitzingen. Volgens OS X heb ik er welgeteld 200 cycles opzitten en is de health van de batterij nog 42%. Persoonlijk vind ik die 200 cycles redelijk weinig… maar goed, ik heb de laatste jaren de Macbook vooral gebruikt als desktop replacement (dankzij die verdomde iPads is mijn mobiel gebruik vooral naar die toestellen verschoven) en mogelijks was dat niet al te best voor de gezondheid van de batterij.
Blijft de prangende vraag open staan: geef ik nog eens zoveel geld uit aan een nieuwe batterij of gebruik ik hem gewoon vooral op netstroom en denk ik in 2014 eens na over die Macbook Air?
Of zou ik zo een “namaak” batterij durven proberen? Helft van de prijs, ziet er identiek uit (aan de buitenzijde dan toch). Ik ben daar precies een beetje bang van…
Iemand ervaring mee?
Ik schreef hier al meermaals dat ik een tevreden Mac gebruiker ben en dat het de eerste keer is dat ik een computer zo lang heb.
Vroeger, toen ik thuis ook nog op Microsoft Windows werkte, was het “normaal” om elke 2 jaar een nieuwe PC in gebruik te nemen. Of tenminste het bestaand exemplaar van een serieuze upgrade te voorzien.
Mijn bondgenoot
Eind 2008 kocht ik mijn eerste Mac: een 13″ Macbook, zo een unibody exemplaar uit aluminium. Niet veel later zouden die modellen trouwens tot de Macbook Pro familie gaan behoren.
We zijn nu bijna aan het einde van 2013 en tot op vandaag is die laptop nog steeds mijn primair werkstation. Doorheen de jaren deed ik enkele aanpassingen zoals de DVD-speler vervangen door een harde schijf, meer geheugen installeren en een SSD toevoegen. Al bij al een kost van om en bij de €300 – gespreid over 5 jaar dus.
Oh, en de batterij is ook al eens vervangen. Logisch toch met een laptop die dagelijks gebruikt wordt?
Vervanging
Soit.
Nu bijna vijf jaar later is het toch tijd om aan vervanging te denken. Alles werkt nog wel, maar je merkt hier en daar toch een vertraging als je wat teveel tegelijkertijd begint te doen. Niet echt onwerkbaar, maar zo net genoeg om u aan upgraden te doen denken ;-). De batterij is trouwens ook bijna aan vervanging toe en aangezien dat €150 moet kosten, denk ik dat het wijs is om dat geld te investeren in nieuw materiaal.
Een draagbare computer staat niet direct op het verlanglijstje. Thuis werk ik meestal aan mijn bureau en als ik mobiel ben, val ik altijd terug op de iPhone en de iPad.
Een vaste Mac dus. Mijn oog valt op de Mac Pro (zeker dat nieuw exemplaar dat ze onlangs aangekondigd hebben!), maar mijn portefeuille kreunt bij het zien van bijpassend prijskaartje.
Next in line: de iMac reeks. Op zich bangelijke computers, maar ook hier zit je eigenlijk met dezelfde beperking van een laptop (met uitzondering van de batterijen): je kan bitter weinig upgraden.
Daarbovenop het feit dat de iMac’s nog niet over Retina displays beschikken waardoor ik weinig argumenten kan bedenken om mijn Apple 24″ Cinema Display + 24″ Dell monitor te vervangen door een iMac. Drie schermen is teveel van het goede en eentje wegdoen vind ik ook verspilling.
Dat laat dus maar één optie over: de Mac Mini. Sexy beestje, ideaal voor mijn “use-case”, maar eigenlijk ook wel prijzig, weinig tot geen upgrade mogelijkheden, geen deftige videokaart (het is te zeggen – voor games enz) en dus ook niet 100% waar ik naar op zoek ben.
Zucht.
De Hackintosh
Wat Google-werk later heb ik mogelijks de ideale oplossing voor ogen: een Hackintosh tot leven wekken!
Voor wie geen flauw idee heeft waarover ik het heb: een Hackintosh is een PC die je zelf bouwt met verschillende onderdelen (moederbord, CPU, geheugen,…) die gekend zijn als compatible met MacOS X.
Die oplossing laat toe om volledig op maat van je vereisten en budget te werken, maar heeft als keerzijde dat het geen officieel ondersteunde oplossing is en dat je meer van computers moet afweten dan de gemiddelde gebruiker.
Ik durf te stellen dat ik meer weet van computers dan Jan Modaal en aangezien ik niet 100% mijn gading kan vinden in het huidige Apple gamma, heb ik besloten om “Project Hackintosh” te lanceren.
De komende blogposts zal ik mijn verschillende keuzes toelichten en de pitfalls (als die er al zijn) toelichten die ik tegenkwam.
Stay tuned for more…
Geen Griekse les vandaag. Atheros is de naam van de chipset die in veel wireless routers te vinden is. Zo ook in de Netgear 3700 reeks die ik al enkele jaren in gebruik heb.
Zeer tevreden van, maar de draadloze netwerksnelheid viel de laatste tijd wat tegen. Kort gezegd: ik kwam niet verder dan 54Mbps wat overeenkomt met de 802.11G standaard terwijl de router van het 802.11N type is en dus net geen zes keer sneller kan werken (300Mbps).
Ik mix geen oudere B/G-clients in mijn N-netwerk en alle drivers zijn up to date. Ik vond dus niet direct een oorzaak voor mijn probleem en ik was niet geneigd om er veel tijd aan te spenderen omdat ik wireless vooral gebruik voor surfen en daarvoor is 54Mbps eigenlijk voldoende…
Vandaag was ik echter wat aan het prutsen met wat settings op de router en opeens zie ik mijn downloadsnelheid van 2MB/s naar 9MB/s springen! Buiten het aanvinken van WMM (Wi-Fi Multimedia) – een setting in het QOS (Quality Of Service) gedeelte van de settings op de router – heb ik niets gewijzigd en nader onderzoek blijkt helderheid te scheppen!
Als je meer dan 54Mbps wil halen met een “Atheros” gebaseerde router, dan moet je die WMM setting dus op “Enable” laten staan.
Als je dus over zo een router beschikt, zou ik ten zeerste aanraden om deze setting te controleren.
PS: wees er bewust van dat die Mbps snelheden die men opgeeft bij routers, netwerkkaarten enz (en dan vooral bij draadloze varianten) een theoretische aangelegenheid zijn. Verwacht dus niet dat je met een 802.11N router aan 300Mbps draadloos kan surfen.
Toen ik vijf jaar geleden mijn eerste Apple computer kocht, had ik nooit gedacht dat ik er vandaag nog altijd dagelijks op zou werken. Zonder frustraties in traagheid, incompatibiliteit of ander minder leuks!
Ongetwijfeld zou een nieuwe Mac een pak sneller werken, althans in bepaalde toepassingen (A/V, soundediting,…), maar in mijn dagelijkse bezighouden zou ik er niet veel van merken denk ik. Tegenwoordig zit alles online en zolang ik toegang tot internet heb, heb ik eigenlijk alles wat ik nodig heb.
Mijn enige “offline” app die ik nog veel gebruik is Adobe Lightroom. En met de Adobe Cloud die op volle toeren draait, zie ik dat ook nog evolueren naar een online gebeuren.
Ik betwijfel trouwens dat mijn volgende Apple nog een Macbook zal zijn. Ik wil er niet zo heel veel geld aan uitgeven wegens de nood niet (meer) naar pure processing power en aangezien ik twee grote 24″ monitors heb, denk ik eerder aan een Mac Mini – de instapversie maar dan met meer geheugen en een SSD.
Het mobiel gebeuren, daar trek ik mijn plan met mijn iOS devices. Hoe langer, hoe meer.
Ook soms last van geheugenverlies wanneer je op zoek bent naar je sleutels, je laptop, *vul zelf in*? Meet Tile: letterlijk een steentje (of meerdere steentjes, tot 10 om precies te zijn) die je linked aan de bijhorende app op je iOS toestel en die je bijvoorbeeld op je Macbook kleeft of aan je sleutelbos hangt.
Een van je spulletjes kwijt? De app zet je op weg. Geen batterijen, al moet je na ongeveer een jaar de “tile” vervangen met een nieuwe.
httpv://youtu.be/pqDm3gZNZPM
Fantastisch concept, alleen wat aan de dure kant vind ik. $18.95 exclusief shipping voor één exemplaar. Vandaag preorderen voor een verwachte levering eind 2013, begin 2014.
BYOD – Bring Your Own Device.
Ik sta er eigenlijk van versteld hoeveel bedrijven nog vasthouden aan een vaste infrastructuur. Dat ze niet alle data zomaar in “een cloud” willen steken, daar kan ik inkomen. Maar dat ze hun personeel vastgespen in een bepaald stramien en figuurlijk gesproken uw arm omwringen en verplichten bepaalde hard- en/of software te gebruiken, daar ben ik het noorden kwijt.
Zeker als de tools aanwezig zijn om BYOD strategie perfect mogelijk te maken: app virtualisatie, server virtualisatie, tablets, smartphones, ingebouwde VPN-tunnels vanuit de applicaties zelf…
Er zijn uiteraard altijd uitzonderingen, maar de grootste gemene deler zou perfect kunnen werken op eender welk platform. Niet iedereen is even productief op een Windows machine (of omgekeerd – op een Mac). Net zoals dat sommige mensen productiever zijn thuis dan op kantoor en anderen juist verkiezen om tussen de collega’s te zitten om werk te verzetten, zo zijn er ook mensen die sneller en efficiënter kunnen werken op een bepaald platform of met een bepaalde applicatie.
Al te vaak is er ergens in een verscholen hoekje een IT afdeling in een ivoren toren met aan het hoofd een IT manager (soms in combinatie met een Security Officer) die willen vasthouden aan wat ze kennen in plaats van mee te evolueren met de rest. Voor elk negatief argument, is er steevast een positief argument en naar mijn aanvoelen is het een kwestie van tijd alvorens ook zij moeten plooien.
Over plooien gesproken: als je metaal warm maakt, plooit het relatief makkelijk mee. Als je het koud tracht te plooien, dan bestaat de kans dat het breekt… Om maar te zeggen dat een onderbouwd verhaal de essentie is voor het succes van de cloud-strategie en de bijhorende BYOD infrastructuur.
Data kan je niet afbakenen. Data moet zweven tussen verschillende oplossingen. Hence the cloud story! Waar die cloud moet staan en hoe je die beveiligt, dat zijn natuurlijk valabele discussies.
Daarvoor zijn er oplossingen zoals bv. HCP Anywhere – om maar te zeggen dat voor elk probleem en voor elke vrees een gepaste oplossing voorhanden is.
Recente Comments