Telling stories for a living

Month: August 2010 (Page 1 of 2)

Google heeft een nieuwe feature aangekondigd voor GMail – Priority Inbox. Concreet gaan ze hun reeds goed werkende algoritmes gebruiken om te bepalen welke e-mail belangrijk is voor jou en die dan prioriteit in de “view” geven. Zoals alle intelligente filters, leert het ding constant bij aan de hand van jouw specifiek gebruik (naar wie stuur je mails, op welke mails antwoord je,…).
Zeer interessant voor mensen die elke dag hopen gewenste mail krijgen, maar moeilijk kunnen bepalen welke mails ze eerst moeten lezen. Google gaat deze nieuwe functionaliteit in de loop van de week uitrollen naar zijn eindgebruikers, inclusief Google Apps gebruikers.

httpv://www.youtube.com/watch?v=5nt3gE9dGHQ

Een van de app’s op mijn iPhone die ik al erg lang gebruik is “De Standaard Mobile” wat eigenlijk niets meer is dan een bookmark naar De Standaard Mobile website. Ik vind de app “lightweight” en gebruiksvriendelijk, waardoor het zelfs op een klein scherm en over 3G (of zelfs Edge) nog redelijk goed werkbaar is.
Sinds de lancering van de iPad heeft De Standaard een “echte” digitale krant voor de App Store ter beschikking. Voor €3.99 kan je de App kopen en in die prijs zitten vijf kranten naar keuze inbegrepen (€0.79 voor een weekkrant en €1.79 voor een weekendkrant zijn de huidige tarieven, dus je budget opgebruiken aan weekendkranten is winstgevender) dus eigenlijk is de App gratis en maak je nog een beetje winst op de kranten ook.

Zeker op het scherm van een iPad is De Standaard App de moeite waard. Het leest vlotjes, werkt goed en zou voor mij een papieren krant per direct kunnen vervangen. Op de iPhone valt het goed mee, maar het scherm is wel klein om voor langere perioden stukken tekst te lezen. Ideaal voor één artikel terwijl je ergens wacht, maar minder om de ganse krant te lezen vind ik persoonlijk.
Enig nadeel aan De Standaard App? Haal die reclame van AXA er eens uit! En doe terwijl de banners van Jupiler App ook maar weg! Of doen ze dat al als je een abonnement neemt?
Zou ik een abonnement nemen op de digitale krant? Misschien. Ik ben er nog niet uit. Ik heb niet elke dag tijd en zin om de krant te lezen, dus misschien ben ik voordeliger met een krant te kopen als ik er een wil. Of enkel een weekendkrant abonnement of zo. We zien wel.
PS: als je meerdere Apple toestellen hebt (iPad, iPhone, iPod Touch,…) en je koopt De Standaard App, dan krijg je die gratis kranten op al je toestellen! In mijn geval kan ik dus vijftien kranten gratis lezen voor mijn €3.99 in plaats van slechts vijf. Bug of feature, ik vermoed eerder iets dat ze niet kunnen tegenhouden doordat al je app’s geshared worden op al je toestellen via iTunes.

Gisteren was ik bezig met het opschonen van de VMWare vSphere omgeving en één van de taken was het verwijderen van een oude NAS mountpoint / datastore die ooit eens tijdelijk geïntroduceerd werd, maar zoals met vele “tijdelijke” zaken al veel te lang bestond.
Anyway, het plan van aanpak:

  • Alle VM’s die op de betreffende datastore staan met behulp van vMotion naar een andere datastore moven
  • Eventuele orphaned files verwijderen van de te verwijderen datastore
  • De datastore unmounten op de ESX hosts
  • Het filesystem verwijderen op de NAS
  • Done!

U kan natuurlijk al raden dat het verhaaltje niet helemaal volgens plan verliep. De eerste twee stapjes gingen perfect, maar bij punt drie ging het verkeerd. Als ik via de VIC (VMWare Infrastructure Client) de datastore wou unmounten, kreeg ik een foutmelding waar je helemaal niet wijzer van wordt.
Google bracht ook geen soelaas, dus weg met de GUI en “Hello CLI”.

  • Putty opstarten
  • Connecteren naar de ESX host
  • Aanloggen met mijn account
  • Mijn account via su -l verhogen naar root access
  • esxcfg-nas -l intypen om een lijst van de datastores op te vragen
  • esxcfg-nas -d <naam_van_de_datastore>
  • Pataboom de datastore is unmounted.

Niet dus. De enige feedback die ik kreeg was “missing label”. Volgens de VMWare documentatie en het intern CLI voorbeeld deed ik alles zoals het moest, dus daar lag het probleem niet. Een beetje van “pick your own brain” gedaan en toen had ik een mogelijke oorzaak gevonden. De naam van de datastore bestond uit drie woorden mét spaties! Arghh!
Een rename van de datastore gedaan, nogmaals een list-commando gedaan om te verifiëren en daarna het delete / unmount commando ingegeven. Succes! Zelfde procedure op de andere ESX hosts uitvoeren en twee minuten later was de tijdelijke datastore van weleer naar de eeuwige jachtvelden vertrokken.
Note to myself: spaties in VMWare datastores zijn geen goed idee. Spaties in de computerwereld zijn in het algemeen meestal geen goed idee. Remember!

In navolging van mijn blogpost over Instapaper wil ik graag de schijnwerpers op Evernote richten, een toepassing die net zoals Instapaper cross-platform werkt, gratis is en eveneens een meerwaarde is voor iedereen die meer dan één “online” toestel gebruikt.

Waar Instapaper een vergaarbak is voor interessante links, artikels die je later wil lezen,… is Evernote eerder een “authoring” tool in plaats van een “consuming” tool. Met andere woorden: Evernote gebruik ik om zelf zaken te creëren terwijl Instapaper gebruikt wordt om te consumeren wat anderen online doen.
Evernote laat je toe om tekstjes te schrijven en die dan online te syncen zodat ze ook beschikbaar zijn op je andere toestellen. Persoonlijk gebruik ik Evernote vooral om blogposts zoals deze in te schrijven, maar je kan het evengoed gebruiken voor kattebelletjes! Op die manier begin ik soms aan een blogpost in bed op de Mac om er daags nadien verder aan te werken op de ThinkPad, tijdens de middagpauze op het werk zeg maar. En zo kan ik nog wel enkele voorbeelden opsommen.
Verder kan je er ook foto’s naartoe sturen om bijvoorbeeld later te integreren in een blogpost. De teksten / foto’s / post-it’s / … die je in Evernote maakt, kunnen tevens worden vergezeld van “tags” zodat je eenmaal je archief begint te groeien, makkelijk dat ene bestand kan terugvinden. Je kan ook binnen Evernote verschillende notebooks aanmaken om het geheel wat overzichtelijker te houden, maar daar doe ik (nog) niet aan mee. Voor mij volstaat een enkele notebook en de nodige tags aan de tekstjes.

httpv://www.youtube.com/watch?v=LNE0R3rEe5Q

In de eerste paragraaf zei ik dat Evernote gratis is, wat niet gelogen is, maar er is een “maar” aan verbonden. In de gratis versie mag je per maand 40MB aan “data” synchronizeren. Aangezien ik de toepassing in 98% van de gevallen gebruik voor tekst, is dat meer dan voldoende. Wanneer je echter veelvuldig gebruik gaat maken van de mogelijkheid om foto’s te uploaden, dan vrees ik dat die 40MB snel opgebruikt zal zijn.
De betalende versie kost $45 per jaar en biedt volgende voordelen ten opzichte van de gratis editie:

  • Monthly upload allowance increased to 500MB
  • Add, synchronize, and access any file across platforms and devices
  • Maximum note size upgraded to 50MB
  • For iPhone and iPod Touch users, access your notebooks offline
  • Search within PDFs
  • Stronger security through SSL encryption at login and note transfer
  • Priority image recognition
  • Premium support
  • No ads

Op zich mooie extra’s, maar die 500MB heb ik niet nodig, en om alle soorten files te sync’en gebruik ik DropBox al. Offline access zou leuk zijn maar ik heb bijna altijd toegang tot internet en die ene keer dat ik echt offline ben, zal dat wel een reden hebben ;-). De “no ads” is niet zo speciaal, want de reclame is beperkt tot een klein rechthoekje linksonderaan (vergelijk het met MSN Messenger, wie ziet die reclame nog na een tijdje?).
Evernote – een interessante tool die ik dagelijks gebruik en iedereen adviseer om te proberen. En het is netjes complementair met Instapaper.

In navolging van mijn blogpost over Instapaper wil ik graag de schijnwerpers op Evernote richten, een toepassing die net zoals Instapaper cross-platform werkt, gratis is en eveneens een meerwaarde is voor iedereen die meer dan één “online” toestel gebruikt.


Waar Instapaper een vergaarbak is voor interessante links, artikels die je later wil lezen,… is Evernote eerder een “authoring” tool in plaats van een “consuming” tool. Met andere woorden: Evernote gebruik ik om zelf zaken te creëren terwijl Instapaper gebruikt wordt om te consumeren wat anderen online doen.

Evernote laat je toe om tekstjes te schrijven en die dan online te syncen zodat ze ook beschikbaar zijn op je andere toestellen. Persoonlijk gebruik ik Evernote vooral om blogposts zoals deze in te schrijven, maar je kan het evengoed gebruiken voor kattebelletjes!

Verder kan je er ook foto’s naartoe sturen om bijvoorbeeld later te integreren in een blogpost. De teksten / foto’s / post-it’s / … die je in Evernote maakt, kunnen tevens worden vergezeld van “tags” zodat je eenmaal je archief begint te groeien, makkelijk dat ene bestand kan terugvinden. Je kan ook binnen Evernote verschillende notebooks aanmaken om het geheel wat overzichtelijker te houden, maar daar doe ik (nog) niet aan mee. Voor mij volstaat een enkele notebook en de nodige tags aan de tekstjes.

In de eerste paragraaf zei ik dat Evernote gratis is, wat niet gelogen is, maar er is een “maar” aan verbonden. In de gratis versie mag je per maand 40MB aan “data” synchronizeren. Aangezien ik de toepassing in 98% van de gevallen gebruik voor tekst, is dat meer dan voldoende. Wanneer je echter veelvuldig gebruik gaat maken van de mogelijkheid om foto’s te uploaden, dan vrees ik dat die 40MB snel opgebruikt zal zijn.

De betalende versie kost $45 per jaar en biedt volgende voordelen ten opzichte van de gratis editie:
  • Monthly upload allowance increased to 500MB*
  • Add, synchronize, and access any file across platforms and devices
  • Maximum note size upgraded to 50MB
  • For iPhone and iPod Touch users, access your notebooks offline
  • Search within PDFs
  • Stronger security through SSL encryption at login and note transfer
  • Priority image recognition
  • Premium support
  • No ads
Op zich mooie extra’s, maar die 500MB heb ik niet nodig, en om alle soorten files te sync’en gebruik ik DropBox al. Offline access zou leuk zijn maar ik heb bijna altijd toegang tot internet en die ene keer dat ik echt offline ben, zal dat wel een reden hebben ;-). De “no ads” is niet zo speciaal, want de reclame is beperkt tot een klein rechthoekje linksonderaan (vergelijk het met MSN Messenger, wie ziet die reclame nog na een tijdje?).

Evernote – een interessante tool die ik dagelijks gebruik en iedereen adviseer om te proberen.

Training en cursussen zijn een goede manier om een nieuwe technologie of een nieuw product onder de knie te krijgen omdat je dan enkele dagen volledig de focus kan leggen op datgene wat je aan het leren bent.
Echter, een goede training wordt volledig bepaald door de “trainer”. Als je geluk hebt, is dit iemand met erg veel ervaring en baseert hij de cursus op die ervaring. Maar als je de keerzijde van de medaille tegenkomt (wat spijtig genoeg al eens durft voorvallen), staat er iemand voor het white board de cursusboek(en) / Powerpoint slides af te lezen zonder enige toegevoegde waarde.
Ik heb al training gehad waar ik het geluk heb een ervaringsdeskundige voor mij te hebben waar je dan een truckload van vragen op kan afvoeren, brain-picking zeg maar. Die mensen delen ook hun “tips & tricks” en “best practices” en net die weetjes zijn voor mij de toegevoegde waarde van een training. In alle andere gevallen kan ik de slides / boeken even goed zelf lezen – dat gaat sneller en kan gebeuren wanneer het mij past.
Tegenwoordig is er een alternatief: online training. Je hebt een “live” variant waar je via audio/video een training volgt, maar ik doel hier op de online training die je kan volgen wanneer het jou uitkomt. ‘s Avonds in de zetel bij het haardvuur, in de wachtzaal bij de dokter, op de trein, in de auto (podcastgewijs),… kortom “à la demande du client”.
Die online trainingen worden ook zeer vaak gegeven door mensen (zo goed als altijd Engelstalig) met jaren ervaring die ondertussen ook al enkele boeken gepubliseerd hebben en seminaries geven over hun expertisegebied.
Een bedrijf dat net dit soort trainingen faciliteert, is TrainSignal. Ze bieden trainingen over alle onderwerpen die je je kan voorstellen, zolang het maar IT-gerelateerd is. Aangezien ik zelf veel tijd investeer in virtualizatie en VMWare in het bijzonder, zijn het net die trainingen die mij aanspreken.

Na wat bidirectioneel mailverkeer, heb ik een login voor hun website verkregen zodat ik hun aanbod (VMWare minded vanzelfsprekend) eens van dichtbij kan bestuderen – de voordelen van een blog dus. De basiscursus voor vSphere heb ik al doorgenomen en zeker voor de beginnende virtualization engineers en mensen die voor hun VCP studeren, is dit een goede training. Alles wordt netjes uitgelegd en via demo’s ook getoond. Dit maakt de training minder saai dan wanneer men gans de tijd tekst zou aflezen en slides zou projecteren!
Ondertussen ben ik de “Pro Series” aan het volgen, waar men zoals de naam al doet vermoeden, dieper in gaat op de advanced features van VMWare vSphere (PowerCLI, Cisco Nexus 1000V, VMWare View,…) maar ook inzoomt op populaire third-party tools zoals VEEAM Backup & Replication (hier komt later ook een review van online) om er een te noemen.
De trainingen zijn niet zo goedkoop, maar in verhouding met “offline” trainingen, helemaal niet duur. De “Pro Series Vol. 2” is momenteel beschikbaar voor net geen $300. Voor dat bedrag krijg je online toegang tot al het cursus materiaal (audio, video, mp3 voor mobiel,…), maar sturen ze ook de DVD-kit op zodat je zelfs zonder internet-toegang kan studeren. Het volledige VMWare vSphere pakket (de basistraining en de twee advanced trainingen) is in een bundel verkrijgbaar voor net geen $800.
Als je weet dat een gemiddelde standaardopleiding al snel 3000€ kost, zijn deze prijzen beschaafd te noemen. Zeker gezien het feit dat de mensen die de uitleg geven, echt wel weten waarover ze het hebben. Voeg daar aan toe dat je training volgt wanneer je wil en dat je alles later nog eens kan volgen om je geheugen op te frissen.
Kortom – serieuze aanrader als je het mij vraagt. PS: voor de niet-VMWare addicts – ze hebben ook trainingen voor Microsoft producten, Cisco, CompTIA,… voor ieder wat wils ;-).

Sinds kort maak ik gebruik van Instapaper. De makers omschrijven hun toepassing als volgt:
“Instapaper facilitates easy reading of long text content. We discover web content throughout the day, and sometimes, we don’t have time to read long articles right when we find them. Instapaper allows you to easily save them for later, when you do have time, so you don’t just forget about them or skim through them.”
Wat het programma doet, is artikels of links naar websites, filmpjes,… die jij interessant vindt, opslaan in een archief om ze later, wanneer je meer tijd hebt, te lezen. En het archief staat online, centraal beheerd dus. Vanop elk toestel heb je dus toegang tot hetzelfde archief.
Persoonlijk vind ik dat dus super interessant, want hoe vaak kom je niet ergens artikels of reviews tegen die je graag wil lezen, maar die te lang zijn om op dat moment door te nemen? Of je ziet in je Twitter-feed links opduiken naar blogposts, YouTube films,… maar je bent met je iPhone op Twitter of je zit in de wachtzaal bij de dokter en het is bijna jouw beurt,… Of je ziet een interessant artikel online tijdens de werkuren, maar je hebt geen tijd om het nu door te nemen of het is niet werkgerelateerd? Kortom, genoeg situaties waar Instapaper een meerwaarde kan bieden denk ik zo.
Vroeger trachtte ik dan te onthouden wat ik moest doen eens ik meer tijd had, maar vaak wist ik het tegen dan niet meer :-s. Instapaper integreert met zo goed als elk OS en elke applicatie waardoor je altijd de knop “Read Later” kan gebruiken. Een klik op die betreffende knop en het artikel zit in je Instapaper archief. Handig!
En het best van al? Instapaper is gratis! Hier heeft het in ieder geval de “must have” status bereikt maakt het de GTD-strategie (GTD staat voor Getting Things Done, kortgezegd technieken om efficiënter te werken en met je beschikbare tijd om te gaan) die ik probeer op te bouwen alvast iets makkelijker.
Instapaper – checken zeg ik u.

Vorige maand was het vijf jaar geleden dat ik Last.FM voor het eerst in gebruik nam en sindsdien staat dat programma op al mijn “supported devices”. Voor wie Last.FM niet kent: het is een muziekportaal dat alle muziek die jij beluistert weergeeft. Hierdoor krijg je leuke statistieken van je muzikale smaak, maar ontdek je naast gelijkgestemden, ook nieuwe muziek. Last.FM stelt namelijk liedjes en artiesten voor die aansluiten bij “jouw smaak” en dat werkt zeer goed want ik heb hierdoor al veel nieuwe muziek ontdekt.
Goed om weten is dat de Last.FM ook je mobiele toestellen in de gaten houdt en deze data aan je statistieken toevoegt. Als je net zoals ik vaak met je iPod onderweg bent, dan zal Last.FM bij de eerstvolgende connectie van je iPod op je Mac / PC checken naar wat je geluisterd hebt en zijn statistieken updaten. Nice!
Daarnaast biedt Last.FM ook de mogelijkheid om “radio” te luisteren. Je kan je eigen library spelen, waardoor je de muziek van thuis op de computer eigenlijk overal met een internetconnectie kan beluisteren. Real-time playlisting dus. Verder het je “recommended radio” en “neighbour radio” waarbij het eerste muziek speelt gebaseerd op jouw smaak en het tweede muziek laat horen die je “friends / neighbours” beluisteren.
Dat radio luisteren is spijtig genoeg enkel gratis in US, UK en Duitsland. Al de andere landen moeten een subscriptie nemen om die feature te activeren (kost je 3€ per maand). In de gratis landen kan je trouwens niet naar je “loved tracks” luisteren, daarvoor moet je eveneens subscriber worden.
Naast het radio gebeuren, krijg je ook enkele andere zaken zoals volledig zonder reclame luisteren en browsen, gedetaileerde stats van wie je profiel bezocht,… en de Last.FM playground, wat je kan vergelijken met Google Béta – nieuwigheden die nog niet publiek beschikbaar zijn, maar die je zelf wel kan testen.
Wat ik persoonlijk ook een leuke feature vind, is dat Last.FM op basis van je muziek op zoek gaat naar concerten en andere muzikale events die mogelijk interessant zijn.

Op regelmatige basis werk ik van thuis uit. Gemiddeld werk ik één dag per twee weken van thuis, maar er zijn periodes dat dit meer is, maar vanzelfsprekend ook minder.
Meetings, support calls, presentaties geven,… kan je natuurlijk moeilijk van thuis uit doen, maar studeren voor een opkomend examen, documentatie schrijven voor dat ene project, een lastenboek doornemen, whitepapers lezen, een presentatie maken en ga zo maar door, zijn zaken die erg goed van thuis te doen zijn. Wat zeg ik? Beter van thuis te doen zijn!
Minder vooruitstrevende mensen (lees: old-school management) zouden geneigd zijn te denken dat mensen die van thuis uit werken, eigenlijk gewoon extra vakantiedagen naar zich toe trekken. Deze mensen vinden dat een goede werknemer op kantoor aanwezig is en werknemers die veel visibiliteit scheppen (lees: veel uren op kantoor aanwezig zijn), zijn in hun ogen goede werknemers. Ik spreek met opzet over “aanwezig zijn”, want op kantoor zijn en werken zijn twee verschillende zaken die mensen spijtig genoeg meestal automatisch samen plaatsen.
Mijn ondervindingen zijn net het omgekeerde. Op kantoor word ik veel vaker afgeleid of gestoord door telefoontjes, collega’s,… terwijl ik me thuis kan terugtrekken in mijn “cocon” van rust – mijn bureau, mijn afgebakend territorium. In mijn geval betekent dat een muziekje op de achtergrond, comfortabele kledij (lees: korte broek in de zomer, trainingsbroek in de winter), mijn eigen bureau en alles wat daarbij hoort.
Proefondervindelijk is ondertussen al meermaals gebleken dat ik in “home office” mode veel meer werk verzet over een zelfde periode van tijd in vergelijking met “kantoor mode”. En ik ben zeker en vast niet de enige die dat vastgesteld heeft, ik hoor hetzelfde verhaal van vrienden en collega’s.
Er komt natuurlijk wel een dosis karakter bij kijken, want als je van thuis uit werkt, is de verleiding groot om helemaal niet te werken. Een beetje TV kijken, de XBOX 360 eens aanzetten,… you name it. Hier komt het puur aan op jezelf om de klik te maken en niet toe te geven aan die verleiding. Persoonlijk heb ik daar tot op vandaag geen moeite mee, ik kan blijkbaar erg goed “klikken” en mezelf in “work @ home modus” gooien. Mensen die dat niet kunnen, zijn misschien toch beter af om naar kantoor te gaan omdat daar een sociale controle heerst.
Moest het van mij afhangen, ik zou drie dagen per week van “home office” doen en twee dagen per week op kantoor zijn voor de noodzakelijke meetings, de klantenbezoeken en al die andere zaken die je niet van thuis kan verwezenlijken.
Vroeg of laat gaan de werkgevers dit allemaal inzien, ook de vastgeroeste exemplaren. “Time” is meer dan ooit “money” en hoe efficienter die tijd gebruikt wordt, hoe meer geld de werkgever zal overhouden.
Of zie ik het helemaal verkeerd?

« Older posts

© 2024 Unexpected.be

Theme by Anders NorenUp ↑