Eind 2008 kocht ik mijn eerste Mac. Een 13” Macbook “Unibody” – de eerste reeks uit die volledig uit één stuk alu gemaakt werd en niet meer uit plastic zoals de witte en zwarte voorgangers. Het jaar nadien zou mijn Macbook trouwens als de Macbook Pro door het leven gaan, want Apple introduceerde de Macbook Air.
Een jaar geleden bouwde ik mijn eigen Mac Pro: Project Hackintosh was geboren. Die machine is nog steeds mijn “main rig” thuis waarop ik mijn foto’s bewerk, data versluis van links naar rechts, filmpjes maak… maar ik miste toch iets mobiel omdat ik niet altijd zin heb om in mijn “mancave” te zitten.
Mijn Macbook was net iets te traag geworden (vooral in vergelijking met de Hackintosh), maar vooral het feit dat de batterij nog maar een half uurtje mee gaat, was de dooddoener. Een nieuw exemplaar kost al gauw €150 en zoveel geld wou ik er niet meer aan spenderen. Volledig afgeschreven is hij nog niet: de Macbook is mijn DJ laptop geworden, degene waarop ik me amuseer als ik muziek wil maken, degene die meegaat naar feestjes. Mijn trouwe gezel. Alle apps en data eraf gegooid, behalve degene die ik nodig heb voor de muziek dus. Works like a charm.
Maar daarmee was het probleem niet opgelost! Een mobiel toestel dus. En neen, mijn iPad Mini is geen optie want dat is een toestel om info mee te consumeren, niet produceren.
Toen ik in mei in Las Vegas zat, was ik natuurlijk niet uit de plaatselijke Apple store weg te houden. Welk toestel zou voor mij geschikt zijn? Ik wou echt heel mobiel gaan en dus dacht ik “Macbook Air”. Dilemma: de Air kan je niet krijgen met een Retina scherm. Die kan je enkel op de Pro krijgen.
In de Apple store gewikt en gewogen, getest, gespeeld, met de Apple genius gepraat en tot de conclusie gekomen dat mobiliteit > beeldkwaliteit voor mijn gebruik. En dat klinkt alsof een niet-Retina scherm ondermaats is, maar niets is minder waar hoor. Eerder zeer goed vs super goed.
Een Macbook Air zou het dus worden, maar daarmee kwam er ook een nieuw dilemma naar boven: 11” of 13”. Het formaat van de 11” sprak me erg aan, maar zou dat scherm niet iets te klein zijn voor veelvuldig op te werken? Hmmm.
Estetisch ging boven de twijfel over het praktische en dus werd het een 11” Macbook Air met 256GB flash en 4GB RAM. Ik heb lang gedacht om de 8GB te kopen daar je het geheugen achteraf niet kan uitbereiden, maar de Apple genius gaf te kennen dat ik het echt niet nodig had voor de taken die ik heb te kennen gaf.
En hij had gelijk. Ik ben hem gevolgd en ging voor de 4GB versie. We zijn nu drie maanden verder en ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing. Ik heb altijd minstens 7 apps open staan (Tweetdeck, Spotify, paar Safari vensters, Mail, Reeder, Evernote, Pocket en nog wat andere sporadische zaken) en nog geen enkel moment voelde er iets traag aan. Ongetwijfeld met dank aan het goede memory management van Mac OS X?
Moest ik nu vaak in Photoshop of Premiere knutselen of bijvoorbeeld veel virtuele machines willen gebruiken, dan zou 8GB aangewezen zijn. Maar dan zou ik misschien ook beter een Macbook Pro gekocht hebben? Neen, voor die taken gebruik ik de Hackintosh… en de uitzonderlijke keren dat ik het toch op de Air doe, gaat dat gewoon prima eigenijk.
Ja, 8GB had toekomstgericht meer zekerheid geboden voor OS upgrades / nieuwe apps. Maar misschien is er tegen dan weer zo een evolutie geweest dat we over andere zaken spreken. En als er iets is wat ik doorheen de jaren heb geleerd als het op computers aankomt, dan is het wel het volgende: kopen voor wat je vandaag en morgen nodig hebt, niet voor wat je volgend jaar misschien wel eens nodig zou kunnen hebben.
De markt en technologie evolueren zo snel dat computers (zoals bijna alle tech producten) geen zaak zijn van toekomstgericht kopen, eerder van in het heden te leven en te kopen.
My 2 cents. En die Macbook Air – mijn nieuwe mobiele metgezel – is de beste computer die ik ooit had.
Recente Comments