Telling stories for a living

Category: Computer (Page 1 of 41)

Tips Week #36

Ik kom regelmatig leuke sites, series of apps tegen die ik graag wil delen en die dan op de “blogpost over schrijven” lijst terecht komen.

Echter soms kan ik er niet zo heel veel over neerpennen, maar veel andere keren komt het er gewoon niet van wegens tijdsgebrek en keuzes.

En dus zal ik vanaf nu gewoon een summier lijstje maken van dingen die ik de voorbije week ontdekte en waarvan ik denk dat jij het misschien ook leuk zal vinden!

  • Noisli: website / Chrome extension waarmee je relaxerende geluiden kan afspelen. Denk bosgeluiden, regen, wind, water, white noise, pink noise enz. met de optie om je eigen mix te maken (en op te slaan). Oh en het is voor zover ik kan zien helemaal gratis!
  • Powertools for Windows 10: lang, lang geleden was Powertools een verzameling van interessante utilities voor de wat meer gevorderde gebruiker. Microsoft brengt ze nu terug en begint met twee leuke tools:
    • FancyZones: een super handige tool om je desktop onder te verdelen in virtuele zones waar je apps automagisch in “snappen”. Klinkt ingewikkeld, maar check gewoon de demo en alles wordt duidelijk!
    • Shortcut Guide: hoe de Start-knop op je keyboard ingedrukt en je krijgt een overlay met alle mogelijke sneltoetsen! Handig om sneller te worden door niet voor alles de muis te moeten gebruiken.
  • Manfrotto TwistGrip with universal phone clip: als je regelmatig met je smartphone filmpjes maakt, vlogt of een goed statief wil zodat je Youtube kan kijken zonder je toestel vast te houden – look no further! Super degelijk materiaal. Echt.
  • Samsung Portable SSD T5: ik was op zoek naar een externe SSD, liefst snel genoeg om vlotjes 4K video op te editen, USB-C aansluiting (je krijgt er ook een USB-A kabel bij hoor) en vooral erg licht (51gr is licht, trust me!). Ik ging zelf voor de 1TB versie, maar voor de grootgebruikers is er ook een 2TB variant. Bestaat ook in 250GB en 500GB variant, maar dat vind ik tegenwoordig de investering niet meer waard.
  • The Dark Crystal – Age Of Resistance: een nieuwe reeks op Netflix met poppen van de hand van Jim Henson. En neen, het is niet echt geschikt voor kinderen. Ik ben twee afleveringen ver en ik ben “hooked”. Alles wat je ziet is met de hand gemaakt. Geen CGI dus, behalve om de poppenspelers uit het beeld te halen. Hoe cool is dat?! Weetje: de poppen worden bediend met aangepaste Nintendo Wii controllers ;-).

Have fun en tot volgende week voor nieuwe tips!

Youtube FTW

Ik weet niet hoe het bij u zit, maar ik merk een opwaartse trend van Youtube in mijn dagdagelijks leven.

Ja, natuurlijk kijk ik al jaren music video’s op Youtube. Of fail movies. Of andere tijdverslindende, nutteloze vertier biedende video’s.

Maar dat is niet wat ik bedoel met een opwaartse trend.

Mijn consumptie van “braindead” Youtube materiaal is er met de jaren eerder op achteruit gegaan. En das een goede zaak in een wereld van nooit genoeg tijd hebben.

De shift die ik gewaar word, is er eerder een van de klassieke media vervangende soort: ik volg meer en meer Youtube kanalen die dagelijks of wekelijks nieuwe content aanbieden. Sommige kanalen worden gemaakt door amateurs, als hobby project. Echter regelmatig zijn het professionele kanalen waar je kan zien dat er heel wat werk aan te pas komt. Die makers zijn dan ook professioneel bezig met Youtube en verdienen er hun boterham mee.

Reclame

Waar ik me nog het meest van al aan erger op de klassieke TV: reclame.

In de meeste YT kanalen die ik volg zit er zelfs geen reclame. Of toch niet zoals je dat kent van op TV.

Af en toe is er eens een reclamefilmpje voor de eigenlijke content van start gaat, maar die kan je in 95% van de gevallen skippen na een paar seconden. Zeer uitzonderlijk zit er een onderbreking in de video zelf.

De meeste reclame of beter gezegd de inkomsten om de video’s te kunnen maken, komt van video sponsors. Bv. Samsung dat een tech kanaal sponsort om vanop CES verslag uit te brengen. Maar daar is altijd full disclosure over en dan heb ik er eigenlijk geen probleem mee.

De reclame zoals we dat kennen op de klassieke TV bestaat er gewoon niet. En ik mis dat ook totaal niet. Integendeel. Ik erger me er nog meer aan als ik nog eens live naar iets op TV kijk. Het liefst van al neem ik iets op zodat ik de reclame kan doorspoelen.

Trouwens: voor zij die het willen kan je een YouTube Premium abonnement nemen waardoor je helemaal geen reclame meer te zien krijgt! Ja, dan betaal je voor de content, maar vergeet niet dat je voor je huidige TV thuis ook al betaalt… en daar zit nog altijd reclame bij.

Altijd & Overal

Om te kunnen kijken wanneer jij het wil, moet je het programma opnemen en dus een digicorder huren of kopen. Wil je on-demand kijken dan heb je altijd een extra abonnement nodig (de zogenaamde terugkijk-TV). En alle content die je vandaag via digitale TV binnenkrijgt is ocharme 720P kwaliteit, terwijl YouTube technisch gezien al tot 8K kan streamen. In realiteit zijn de meeste kanalen 1080/1440P met links en rechts al makers die hun materiaal in 4K uploaden.

En je kan kijken waar en wanneer je wil. Vanop elk toestel met een internetverbinding. Want alles zit in de cloud weet je wel. Bij bv. Telenet is dat zo simpel niet en moet je via hun eigen app gaan. Vroeger werkte dat zelfs enkel als je op Telenet wifi zat. Oh en vergeet vanop elk toestel maar, want je moet het toestel registreren bij hen en je kan maar een aantal toestellen registeren…

Initiatieven zoals VRT.NU zijn een stap in de goede richting en nog net op de valreep om niet overbodig te worden gemaakt denk ik. VTM, Vier en de rest van de Vlaamse zenders komen nu ook allemaal op de proppen met hun apps en dan zijn er nog de overkoepelende mediabedrijf gestuurde oplossingen zoals Stievie. Allemaal goed en wel, maar ofwel zijn ze betalend, ofwel zijn ze heel beperkt, de kwaliteit is nog altijd niet om naar huis te schrijven en je hebt een handvol apps nodig om je “kanalen” te kunnen volgen. En met uitzondering van VRT.NU zit er bij iedereen nog altijd reclame in (tip: er zit minder reclame in dan via de gewone weg, dus als je op VTM iets wou bekijken dat je niet had opgenomen, is kijken via de app minder pijnlijk dan via terugkijk-TV). Had ik trouwens al gezegd dat ze niet allemaal de optie hebben om te streamen via AirPlay of te casten naar een Chromecast?

Zucht.

Uiteraard snap ik deze doodstrijd wel: elke zender wil jou in hun app houden. Als ze je niet via de TV kunnen “locken” voor hun reclame, dan zullen ze je via hun app proberen vast te zetten. Reclame door je strot en aangezien je altijd een account moet maken, hebben ze ook data over wie je bent en waar je wanneer naar kijkt. En wees maar zeker dat ze die data verkopen of op zijn minst gebruiken om weer iets met reclame te gaan doen ;-).

FTW!

Geef mij dan maar YouTube. Betere content. Betere kwaliteit. Een platform dat altijd en overal werkt en integratie heeft met elk toestel dat je kan bedenken. Ja Google zit achter YouTube en die zullen de data ook wel in hun voordeel gebruiken. Maar dat doen ze uiteindelijk allemaal en dan verkies ik degene die mij het meeste voor mijn “geld” geeft.

YouTube For The Win. En VRT.NU voor de betere Vlaamse content.

I rest my case.

Going HTTPS://

Een tijdje terug migreerde ik mijn blogs richting Combell en tot op heden ben ik erg tevreden van die move: goede support, snel netwerk en concurrentiele prijzen.

Tijdens die migratie heb ik er ook van geprofiteerd om mijn websites allemaal om te schakelen naar mandatory “https://” gebruik: als website eigenaar is dat niet alleen belangrijk voor je zoekresultaten (Google penaliseert terecht websites die geen veilige verbinding aanbieden), het is ook belangrijk voor jou als bezoeker dat je zeker weet dat je op een veilige site terecht komt die ook echt is wie ze beweert te zijn.

Voor mijn blog is dat nu iets minder belangrijk dan voor een website waar je betaalgegevens ingeeft om aankopen te doen, maar good practise is good practise.

Zelf heb ik trouwens mijn browsers van de nodige plugins voorzien waaronder eentje die altijd gaat proberen te https:// variant van een site te openen, ook als ik het zelf niet zo ingeef of als de link van een site naar de http:// versie verwijst.

Als je trouwens zelf over een WordPress based website beschikt, heb ik nog een tip waar ik zelf redelijk wat tijd aan verloren ben: nadat ik mijn SSL certificaat gedeployed had (Combell kan dit automatisch en gratis voor je doen in hun WordPress hosting), kon ik mijn site prima bezoeken op zowel http://www.unexpected.be als https://www.unexpected.be.

Omdat ik de bezoeker geen keuze wou laten, heb ik server-side aangegeven dat http:// altijd omgezet wordt naar https:// met als gevolgd dat je deze site dus niet meer onbeveiligd kan bezoeken.

Great news zou je denken!

Ja, maar het gevolg was dat mijn afbeeldingen niet meer doorkwamen! Nochtans als je naar de link van de image surfte, ging het helemaal prima. En op de iPhone en via Safari op de iMac ging alles ook perfect.

Via Chrome, Firefox of Edge ging het op geen enkele desktop goed. Niet op Mac en niet op Windows. Op de iPhone weer wel, maar dat komt omdat elke niet-Safari browser op iOS alsnog gebruik maakt van webkit en dus eigenlijk een GUI-laag is op Safari (weetje!).

Na wat prutsen en root-cause-analysis heb ik de culprit kunnen vinden:

In je WordPress configuratie moet je bij “Settings – General” niet vergeten om het WordPress Address en het Site Address ook om te zetten naar https://.

Bij mij stonden die nog op http:// waardoor de afbeeldingen niet doorkwamen omdat ik expliciet verboden had om nog http:// content te laden aan de serverzijde. Gevolg: de foto’s werden opgeroepen met http:// en dat ging niet dus kreeg je niets te zien.

Dat Safari dit wel doet vind ik mogelijks niet positief… Ofwel is dat een bug ofwel hebben ze door dat het een configuratie probleem is en lossen ze het aan de browserzijde op door er zelf https:// van te maken bij het opvragen van de foto. Te checken als ik eens wat tijd heb.

Dus als je zelf bezig bent met je WordPress blog te switchen naar https-only dan weet je wat je vooral niet mag vergeten ;-).

Mancave Audio

Mijn war room, mijn mancave, mijn werkplek, mijn bureau of hoe je het ook wil noemen. De kamer in het huis waar werk wanneer ik van #HomeOffice doe. Het vertrek waar de gadgets een thuis hebben. De ruimte waar menig podcasts werden / worden opgenomen (later meer hierover).

Kortom een plek waar ik helemaal mijn ding kan doen en waar ik baas ben van wat er binnen en buiten gaat.

My kingdom!

Music Was My First Love

Wie mij kent, weet dat muziek belangrijk is voor mij. Als ik ooit moet kiezen tussen muziek en TV (of Netflix, Youtube of elke andere moderne vorm van TV kijken) dan wint muziek “hands down” zonder enige twijfel.

De manier waarop ten huize Unexpected muziek wordt geconsumeerd is pretty much Sonos all the way. Maar in de mancave wou ik eens wat anders doen en wat experimenteren met nieuwe dingen die perfect zijn voor de use case, maar minder geschikt om in de rest van het huis toegepast te worden.

Zo heb ik een heuse collectie koptelefoons, elk met verschillende sound en dus verschillende use case. Sommige koppel ik rechtstreeks aan het medium, anderen gaan (al dan niet uit noodzaak) via een Aune X1S headphones versterker. Op die manier is muziek beluisteren echt een ritueel dat al begint bij het uitkiezen van de juiste headset voor het genre en het effect dat ik wil bereiken. Klinkt cumbersome voor velen, over the top voor anderen, maar voor mij is dat gewoon genieten. Ieder zijn hobby zeker?

Soit. Ik wijk af van mijn verhaal.

Tot voor kort had ik een Logitech 2.1 set die meer dan 10 jaar oud is en zelfs nog THX certified. Binnen een prijsklasse van sub 200 EUR heb ik tot op heden nog niks gehoord dat zelfs remotely in de buurt kwam van de “punch” dat die dingen geven, om nog maar te zwijgen van het volume dat ze teweeg kunnen brengen. Ik ben nog altijd machtig content van die set, maar ik wou een meer minimalistisch design aan mijn bureau en omdat ik die volume levels toch maar heel zelden kon aanspreken, was de contra lijst met de jaren langer dan de pro lijst geworden.

De betreffende set staat nu netjes bij mijn Pioneer DDJ-1000 en is uitermate geschikt voor house parties. Ideaal als ik tijdens het weekend nog eens compleet los wil gaan of een nieuwe DJ Unexxx mix in elkaar steek dus.

De mancave computers connecteren dezer dagen op een Logitech MX Sound 2.0 die ook nog eens bluetooth ondersteunt en vooral een veel kleinere, meer minimalistische footprint heeft. Uiteraard is de klank niet zo vol en luid als mijn voorgaande set, maar dat is ook niet wat ik wou bereiken. Om sporadisch Netflix of Youtube te kijken is deze set meer dan goed genoeg en zelfs met een streepje muziek loop alles prima en als er geen computer aan staat, kan ik er ook prima naar streamen via bluetooth.

Smart Speaker Showdown

Maar ik wou dus meer. Ik heb her en der al Alexa speakers staan, maar de klank die daaruit komt voldoet niet aan mijn eisen voor muziek. Ik gebruik die dingen vooral voor voice-commands naar de verlichting, voor weerupdates of mijn ochtend update te krijgen voor ik richting werk vertrek. Een paar maand terug kwam er ook een Google Home bij en aangezien ik toch best veel prive zaken in Google heb zitten, kon de Google Assistant vaak meer relevante info geven dan wat Amazon Alexa in de aanbieding had. En eerlijk gezegd was de kwaliteit van de speaker in de Google Home ook beter dan wat de Alexa Echo te bieden heeft.

Maar spijtig genoeg nog niet op het niveau dat mij kon overtuigen om de mancave van muziek te voorzien.

Say hello to Google Home Max: in lijn met de Sonos Play:5 qua footprint, iets minder sterke audio capaciteiten dan die eerder genoemde, maar wel miles ahead op elke andere bluetooth of smart speaker die ik heb of getest heb. En er zit een Google Assistant ingebouwd en het design is ook erg minimalistisch. Klinkt als een perfecte match voor de mancave… ware het niet dat Google het vertikt om het ding aan te bieden in Europa (met uitzondering van UK, Frankrijk en Duitsland).

Ik heb geprobeerd om de Google Home Max te bestellen via een dropshipment dienst zoals MyGermany (mijn Alexa speakers heb ik allemaal zo gekocht en prima ontvangen via Amazon Duitsland), maar Google heeft mijn bestelling alsnog geanuleerd omdat ze vermoedelijk MyGermany geflagged hebben in hun systeem en het alternatieve import circuit een halt willen toeroepen.

Never stop trying! Dus heb ik eens rondgesurft en ontdekt dat er een electro keten in Noord-Frankrijk op een half uurtje rijden is die o.a. Google Home Max speakers verkoopt en op voorraad heeft. En de kers op de taart: ze staan in aanbieding waardoor je 50 EUR uitspaart op de prijs die Google adverteert op hun site.

Sinds gisteren heb ik dus een Google Home Max speaker in de mancave en boy does that thing rock! De smart assistant functionaliteiten zijn identiek aan die van de gewone Google Home of de Google Mini en doen het prima. Maar waar de Max uitblinkt is in geluidskwaliteit, volume en overal punch van de sound. De reviews hebben niet gelogen: awesome to say the least! Ja, de Play:5 van Sonos gaat er nog lichtjes over op vlak van geluidskwaliteit, maar die kost ook 220 EUR meer terwijl hij wel de smart features mist die ik graag wou.

Net zoals Sonos met TruePlay gebruikt Google machine learning om de Max toe te laten je ruimte waar hij staat te lezen en zijn sound signature daarop af te stemmen. Zo zal hij minder bass produceren als hij dicht bij de muur staat terwijl hij net meer bass gaat weergeven als je hem in het midden van de kamer plaatst. Bij Sonos moet je deze calibratie zelf doen met behulp van de Sonos app en een iOS toestel. Bij de Google Home Max doet hij dat volledig automatisch met behulp van de microfoons die ingebouwd zitten om je te verstaan als je een vraag stelt.

Je kan ook twee Max’en kopen en ze in stereo plaatsen, maar dat is overkill voor mijn mancave. Een speaker op 70% van zijn kunnen is al veel te luid om nog een gesprek te kunnen voeren zonder je stembanden te pijnigen.

Over features gesproken: net zoals bij de Sonos Play:5 is de Google Home Max zich ook bewust van zijn orientatie. Horizontaal geplaatst speelt hij in stereo en is het bovenste gedeelte van de speaker het bedieningspaneel via touch (volume, play en pauze). Plaats je hem verticaal, dan switch de speaker naar mono en verplaatst de bediening naar de zijkant (en in de mono opstelling dus te bovenkant ;-)). Verder is er nog een line-in met een 3.5mm jack en een USB-C aansluiting waarmee je de speaker via een USB-C Ethernet dongle via een bedrade netwerkkabel kan aansluiten in plaats van via wifi.

Google levert ook een magnetisch rubberen matje mee dat je onder je speaker bevestigd met als doel om trillingen en resonanties te vermijden van de kast waar je de speaker op plaatst. Behalve praktisch draagt dit ook bij aan de minimalistische look van de Google Home Max.

In The End

Mission accomplished dus! Ik ben super tevreden met mijn Google Home Max en voor de prijs van 349 EUR is er volgens mij geen betere speaker beschikbaar die smart features combineert met design en sound quality. Alleen spijtig dat je er in ons land via een tripje langs onze buurlanden moet aangeraken, maar dat is het naar mijn bescheiden mening meer dan waard!

My Google Home Max is here to stay.

Apple Watch Series 4

Ik was een tevreden gebruiker van de allereerste Apple Watch, beter gekend als Series 0. Het laatste jaar begon ze weliswaar aan de trage kant te worden en begon de batterijduur ook een probleem te worden, maar voor een wearable die drie jaar lang bijna dagelijks gebruikt werd, vind ik dat eigenlijk niet verkeerd.

De upgrades die na de originele versie uitkwamen heb ik geskipt omdat ik mijn origineel exemplaar nog goed genoeg vond en omdat er te weinig innovatie was om de upgrade te verantwoorden. Echter toen Apple in september de Series 4 aankondigde was ik verkocht: sneller, groter scherm en leuke nieuwe features (zoals het EEG dat nog niet actief is trouwens).

De vreugde was echter van redelijk korte duur: na een kleine maand tevreden gebruik, heeft een update van WatchOS (het besturingssysteem van de Apple Watch) mijn nieuwste aanwinst veranderd in een dure press-papier. De horloge blijft hangen op het Apple logo en na een telefoontje met Apple is de conclusie dat ze terug richting Apple moet om een volledige software reset door te voeren. De betreffende update is trouwens ook terug verwijderd van de Apple servers…

Gisteren heb ik mijn Apple Watch met tegenzin afgegeven bij de lokale Switch store (ermee naar Brussel gaan en de enige officiele Apple Store van Belgie aandoen maakte geen enkel verschil, ik heb het nagevraagd) en als het goed is heb ik ze binnen een dikke week terug.

Hopelijk in dezelfde ongeschonden toestand als hoe ik ze achtergelaten heb. De Switch medewerker heeft wel keurig aangegeven dat er geen schade of gebruikerssporen op mijn horloge zijn en ik heb ook foto’s gemaakt van mijn toestel… better safe than sorry denk ik dan.

Enfin. Lessons learned: met software kan er al eens iets fout lopen en vanaf nu wacht ik een dag of twee alvorens ik een update installeer.

1 Jaar Microsoft

Dag op dag is het vandaag precies een jaar geleden dat ik mijn eerste werkdag had als Cloud Solution Architect bij Microsoft.

Een jaar dat aan lichtsnelheid voorbij vloog!

Understatement.

Time flies when you’re having fun?!

Enfin. Nu ik het bloggen terug aan het kickstarten ben en ik er een jaartje bij Microsoft heb opzitten, mag je je verwachten aan meer technische shizzle waar ik af en toe met plezier wat uurtjes slaap voor opgeef!

Server: Moved!

De voorbije twee weken heb ik me geamuseerd met mijn blogs te verhuizen naar een nieuwe hosting provider.

Meer SaaS en minder IaaS: goedkoper en geen gedoe meer met updates installeren van de server software. En om eerlijk te zijn: ik deed niks meer met mijn eigen VPS en de service van de hosting provider was alles behalve om naar huis over te schrijven.

Weg ermee dus.

PS: als je deze post kan lezen is de migratie dus prima gelukt :-).

Ultra Wide Monitors: Yay or Nay?

Ergens eind jaren ’90 – begin 2000

Wie al lang genoeg met computers prult, herinnert zich ongetwijfeld het pre-flatscreen tijdperk met van die gigantisch lelijke, beige bakken van monitors.
Mijn allereerste computerscherm was een 14″ CRT scherm met een resolutie van 800×600 op 100Hz, maar het ding kon ook 1024×768 op 60Hz leveren. En ja, 60Hz dat was niet echt aangenaam om naar de kijken wegens teveel geflikker, maar screen real estate was bijzonder kostelijk in die tijd dus moesten er toegevingen gedaan worden.
Na de nodige vakantiejobs en flink wat sparen maakte die 14″ el cheapo monitor plaats voor de Rolls Royce van de CRT monitors: een Iiyama 21′ CRT monitor alstublieft! Een resolutie van 1600×1200 op 100Hz en als het moest zelfs 2048×1536 op 60Hz. Het ding kostte toen om en bij de 1000 EUR, maar het was elke cent waard.
Van een postzegelformaat naar een gigantische monitor was machtig plezant. Maar alles went en zo ook dat 21″ scherm. In die periode bestond er niks groter (en volgens mij zijn er nooit grotere CRT monitors geweest) en dus was de enige optie om voor een multi-monitor setup te gaan. Concreet: er kwam nog een identieke 21″ Iiyama monitor naast te staan. Twee scherm naast elkaar, hoe zalig was dat wel niet?!

Flash Forward

De jaren van CRT monitors liggen al een hele tijd achter ons en met die vieze, beige bakken, nam ik grotendeels ook afscheid van multi-monitor setups.
Ja, er waren periodes dat ik twee LCD (platte schermen in de volksmond) naast elkaar had staan, maar dat was meestal voor een specifiek project waar het echt nodig was. Een 24″ monitor was immers eerder mainstream dan uitzondering en daarbovenop hadden die scherm ook nog eens een hogere resolutie waardoor een tweede scherm zelden nog echt nodig was.
Desktops ruimden plaats voor laptops en als je dan een extern scherm aansluit, heb je eigenlijk al twee schermen ter beschikking. Daarbovenop is het ook vaak niet evident, laat staan mogelijk, om meer dan een extern scherm op een laptop aan te sluiten zonder te foefelen met dongles of dure externe kaarten.

Breed, breder, breedst!

Een opkomende trend die eigenlijk ingezet werd bij de televisies, heeft zich nu ook eindelijk een weg gebaand naar de computers: ultra wide monitors.
Ze bieden de voordelen van een dual multi-monitor setup, zonder het gefoefel om alles deftig aan te sluiten en zonder onderbreking in het schermoppervlak.
Ze bestaan in geuren en kleuren, van 24″ tot 38″ en meer (maar dan moet je waarschijnlijk een orgaan afstaan om de kost te dragen ;-)), in full HD en 4K resolutie en zelfs curved als je dat zou willen (immersive gaming anyone?).
En dan heb ik het nog niet gehad over de verschillende aansluitmogelijkheden: DisplayPort, HDMI, USB-C,… en de mogelijkheid tot ingebouwde speakers, webcams of USB-hubs. Prijzen varieren van 200 EUR tot meer dan 1000 EUR en allemaal hebben ze wel een doelpubliek voor ogen.
Soit. Een snelle breakdown vanuit mijn situatie:

  • Een curved scherm boeit me weinig omdat dat alleen maar prima werkt als je er recht voor zit. Voor games en films kan dat leuk zijn, maar als je in programma’s zoals Excel werkt, kan ik me voorstellen dat het net iets minder interessant is. Een recht scherm it is dus.
  • Resolutiegewijs is 4K uiteraard de heilige graal, maar dan ben je al bijna verplicht om voor een 38″ te gaan, anders gaat het wel heel erg klein overkomen. Daarbovenop moet je ook rekening houden dat meer pixels ook meer power van je grafische kaart vragen dus als je wil gamen op een 4K scherm met native resolution, wees dan maar bereid om een deftige grafsche kaart aan te schaffen. Komt daar nog bij kijken dat de 4K schermen nog aan de dure kant zijn, waardoor je toch op een 800 EUR mag rekenen om iets deftig in huis te halen. Voor mijn gebruik is een full HD scherm prima geschikt en daarmee blijft de prijs ook schappelijk.
  • Het scherm moet op de computer aangesloten worden en daar kan je nooit genoeg opties open houden. Meerdere opties op een scherm hebben is ook handig als je bijvoorbeeld twee computers tegelijkertijd wil aansluiten. Dan hoef je niet telkens de kabels te wisselen. Zelf wou ik een scherm met DisplayPort aansluiting omdat mijn Microsoft Surface Pro 4 naar het schijnt moeite heeft om een UW monitor in zijn native resolutie aan te sturen via HDMI. Een gewaarschuwd man…
  • Andere gadgets zoals webcam, speakers of een USB-hub zijn leuk meegenomen, maar ik wil er niet extra voor betalen.

Mijn keuze is gevallen op de LG-34UM68-P, een non-curved 34″ full HD exemplaar met zowel HDMI als DisplayPort en ingebouwde speakers (die nog erg goed klinken voor ingebouwde speakers).
Kostprijs van dit lekkers: 369 EUR inclusief een HDMI kabel en exclusief de DisplayPort kabel die ook nog 25 EUR moest kosten. Het scherm staat op een in de hoogte verstelbare voet, heeft dunne randen en indien gewenst kan je het ook via een VESA-mount aan de muur of een draagarm bevestigen. Goeie deal lijkt me!

En? Content van?

Heel erg! Serieus.
Als ik van home office doe hangt mijn Surface via de DisplayPort aan de Ultra Wide en dat is extreem zalig om op te werken. De tekst is groot genoeg om goed leesbaar te zijn (yaaay full HD) en tegelijkertijd heb ik een gigantisch werkblad ter beschikking waarop een Excel, aandelen grafieken, verschillende browsers naast elkaar of Tweetdeck serieus staan te blinken.
Video content die UW-geschikt is, vult het scherm en dat is serieus machtig om naar te kijken. Ik heb ondertussen enkele pareltjes van YouTube kanalen gevonden die ik in een andere post zal delen.
Conclusie is dat als je op zoek bent naar een extern scherm voor je laptop of gewoon een nieuwe monitor voor je desktop (zijn er nog mensen die dat kopen, gamers niet meegeteld?), kijk dan zeker naar een Ultra Wide monitor.
 
En nu ga ik me nog wat immersen met UW content op YouTube.
PS: ik heb mijn MacBook Air 11″ uit 2014 ook al getest op dit scherm en dat werkt uiteraard ook prima!

Back

Tech Upgrade: Ik kocht een iPad Pro

Ik kocht de allereerste iPad toen hij uitkwam in 2009 en ik ben daar altijd heel content van geweest.

In 2012 wou ik een sneller en meer draagbaar exemplaar en deed de iPad Mini 1 zijn intrede: kleiner en lichter en dus meer draagbaar, maar eveneens ook een toegeving aan de leesbaarheid. Op vlak van opslag bleek 16GB goed genoeg voor de krant te lezen, maar veel apps installeren of offline content downloaden was uit den boze.

Twee jaar later, in 2014, kon ik via Telenet een iPad Air 1 16GB kopen voor een erg voordelige prijs en dus werd de iPad Mini vervangen. Die 16GB was niet ideaal, maar de aanbieding van Telenet had geen andere capaciteiten in de aanbieding en dus stelde ik me tevreden de performantie upgrade en het groter scherm voor een scherpe prijs.

Tot op vandaag deed die iPad Air perfect waarvoor ik hem gekocht had: de digitale krant lezen, een beetje surfen en sporadisch een filmpje kijken op Netflix of Youtube. Op vlak van performantie had ik nog niet het gevoel dat mijn toestel niet meer voldeed, maar de 16GB opslagcapaciteit liet me niet toe om episodes van Netflix offline te bewaren en het scherm mocht gerust wat groter zijn om comfortabel te lezen en filmpjes te checken.
En dus kocht ik een iPad Pro 12.9″, de grootste iPad aller tijden. Uiteraard geef ik toe op vlak van draagbaarheid, maar die extra “screen real estate” heeft toch de doorslag gegeven! Niks zo zalig om in de zetel te hangen en op zo een scherm Netflix of Youtube te kijken. Over een immersive ervaring gesproken.

Ter illustratie: de iPad Mini naast een iPad Air (even groot als de originele iPad trouwens) en een iPad Pro 12.9″.

Keuzes!

Deze keer heb ik me niet laten verleiden tot het instapmodel van 32GB en ben ik voor de 128GB versie gegaan. Ook geen 4G connectiviteit voor mij, wifi is meer dan genoeg. En als het echt nodig is, kan ik mijn telefoon in hotspot mode plaatsen toch?
Dit model heeft ook vier in plaats van twee luidsprekers (twee bovenaan en twee onderaan die zich anders gedragen afhankelijk van hoe je de iPad houdt) die echt wel heel erg luid gaan! Zelf luister ik meestal met hoofdtelefoon, maar als je wat muziek wil spelen op bv. je hotelkamer wanneer je reist, heb je geen extra bluetooth speaker nodig.
Een ander voordeel van een grotere iPad is dat er ook een grotere batterij in de behuizing past. Ik ben altijd al erg tevreden geweest van de batterijduur van mijn iPad’s, maar deze is echt extreem zotjes en laat me toe om verschillende dagen op rij actief op de iPad bezig te zijn zonder op zoek te moeten naar een stopcontact.
Dat opladen duurt logischerwijs wel wat langer wegens meer batterijcapaciteit. Er zit een 12W oplader bij en dat gaat sneller dan de laders die je bij een iPhone krijgt. Zelf gebruik ik een multi-lader van Aukey die 2.4A per poort levert en dat werkt ook prima.
Als je echt snel wil laden, kan je een Apple oplader kopen die voor de nieuwe Macbooks gebruikt wordt. Daar moet je dan wel nog een USB-C naar Lightning kabel bijkopen waardoor je om en bij de 80EUR moet uitgeven. Sneller opladen heeft zijn prijs dus, tenzij je al een Macbook met USB-C bezit, dan kom je er met 25EUR vanaf voor de kabel alleen.
Waar ik zelf heel erg naar uitkeek, was Touch ID op de iPad gebruiken. Al mijn vorige iPad’s waren nog “oldschool” enkel met passcode te ontgrendelen en eens je die vingerafdruk scanner gewoon bent op je telefoon, is het toch altijd aanpassen als je de iPad wil ontgrendelen. De keren dat ik met mijn vinger over de home knop zat te wrijven om pas na een paar seconden te beseffen dat er geen Touch ID op mijn iPad zat… #facepalm

Bescherming?

Al mijn iPad’s hebben altijd in een hoesje gewoond. Van originele Apple covers tot Otterbox Defender cases – ze zijn hier allemaal de revue gepasseerd.
Voor de iPad Pro 12.9″ was ik wat teleurgesteld in het aanbod van Apple: ze verkopen blijkbaar enkel een back cover omdat ze je graag het frontje willen verkopen met ingebouwd toetsenbord. Heel tof allemaal, ware het niet dat enkel dat keyboard maar liefst 180EUR moet kosten! En eigenlijk heb ik geen keyboard nodig, want ik wil mijn iPad Pro net zoals mijn voorgaande iPad’s gebruiken als consumptie toestel. Voor die enkele keren dat ik er op zou tokkelen ga ik echt niet zoveel geld uitgeven, hoe goed de kwaliteit van het toetsenbord is (de reviews zijn lovend).
Apple heeft ook een sleeve uitgebracht die er leuk uitziet, maar die ook weer heel erg veel geld moet kosten. En dan krijg je een soort van lederen enveloppe waar je je iPad moet uitschuiven voor gebruik. Niet handig. Ik wil een back cover met zo een front flapje dat in drie of vier delen oprolt waardoor je de iPad als een scherm kan neerpoten. Net zoals ik voor mijn iPad Air had, toen Apple dat nog wel op de markt bracht.
Gelukkig zijn er third-party fabrikanten die op de kar springen én die ook nog eens de kwaliteit van Apple producten evenaren en dus vond ik mijn gading bij zo een merk: meet Decoded, een Nederlandse fabrikant van allerhande knappe accessoires.
Ik kocht de zwarte lederen Slim Cover via Coolblue en ben er heel erg tevreden mee.

Serieus Content!

Concreet: ik ben serieus content van mijn nieuwe tablet en ben weer goed voor een paar jaar.
Het grote scherm is echt top en de wat mindere form factor neem ik er graag bij. Als je twijfelt zou ik aanraden om naar een Apple store af te zakken en de verschillende iPad’s eens vast te pakken. Als laptop replacement gebruik ik hem niet en ondanks dat er sommige mensen dit doen, ben ik er zelf niet van overtuigd dat iOS klaar is om Mac OS X en Windows 10 pijnloos te vervangen.
Wat ik ook nog niet gekocht heb is de Apple Pencil.
Dat ding kost ook weer 100EUR en ik heb er eigenlijk geen use-case voor. Ik zou het gewoon kopen om ermee te spelen, maar na een week of twee ligt dat dan ergens aan de kant om nog zelden gebruikt te worden. En dan is 100EUR veel geld toch?
Daarbij heb ik op professioneel vlak een Microsoft Surface Pro 4 mét bijhorende Surface Pen en zou ik de Apple Pencil dus louter gebruiken voor de naschoolse activiteiten ;-). Een kat die ik nog eventjes uit de boom ga kijken dus.
De iPad Pro 12.9″ kopen voor de krant te lezen, te surfen en video content te verschalken is een kostelijke investering, maar in mijn geval eentje waar ik serieus content van ben. Ja, voor dat geld kan je een laptop kopen en daar kan je meer mee. Maar dat “meer kunnen” wil bijna altijd zeggen meer doen, maar niet uitblinken in wat je kan doen.
De iPad Pro 12.9″ is beperkter in de mogelijkheden, maar waar ie voor gemaakt is, doet ie wel extreem goed. En daar gaat het uiteindelijk om.

MagicGrips

Ik ben al jaren een tevreden Apple gebruiker en sinds een goed jaar hoort daar ook een iMac desktop computer bij.
De intrede van de iMac was voor mij ook de eerste echte introductie tot de Magic Mouse. Bij mijn laptop kreeg ik ook zo een exemplaar, maar met dat de Apple touchpads op Macbooks zo fantastisch zijn en ik principieel zo mobiel mogelijk wil zijn (en dus zo weinig mogelijk randapparatuur meesleur), maakte ik er zo goed als geen gebruik van.
Op de iMac zit dat natuurlijk anders en gebruik ik de Magic Mouse constant en dan moet het toch gezegd dat ze bij Apple een paar steken hebben laten vallen. Dat ding ziet er wel fancy en modern uit, maar op vlak van gebruiksgemak hebben ze toch nog het een en ander te leren van de gevestigde waarden zoals Logitech.
Maanden gingen voorbij en daar ik geen zin had om een nieuwe muis te kopen (toch weer snel €50 of meer als je iets deftigs wil) deed ik verder met de Magic Mouse met bijhorende frustraties en soms zelfs pijntjes.
Tot ik recent op de MagicGrips van EvolutionLab stootte – de oplossing voor mijn probleem! Op zich zijn die dingen niet meer dan rubberen verbredingen die je met behulp van de bijgeleverde 3M adhesive tape aan de zijkanten van je Magic Mouse plakt. Ze passen perfect en als ik de site mag geloven, komt dat omdat ze de Magic Mouse met behulp van lasers hebben gescand om zo een perfecte fit te bekomen met de MagicGrips.

Ik betaalde alles inbegrepen $22 en voor die prijs kan je nog kiezen of je de normale of de extra brede grips gebruikt (beide meegeleverd). Ik ging voor die laatste en na een half minuutje monteren was mijn Magic Mouse geüpgrade. Het verschil lijkt miniem op het eerste zicht, maar in daadwerkelijk gebruik maakt het best veel verschil!
De Magic Mouse is niet opeens de meest ergonomische muis ever, maar het gebruiksgemak is gigantisch veel hoger voor een zeer betaalbare prijs terwijl het esthetisch nog altijd aansluit bij de visie die ze bij Apple voor ogen hebben.
Iedereen die halsstarrig vasthoudt aan zijn Magic Mouse kan ik dus oprecht aanraden om de MagicGrips van EvolutionLab eens van dichtbij te bekijken.
PS: ze werken met zowel de eerste als de tweede versie van de Magic Mouse.

« Older posts

© 2024 Unexpected.be

Theme by Anders NorenUp ↑