Wanneer men mij vraagt wat mijn job is, dan zou ik moeten antwoorden “Presales Consultant”.
Tenminste, dat zou ik moeten antwoorden als ik de functieomschrijving gebruik die op mijn contract vermeld staat.
Voor mensen in dezelfde werkwereld is dat meestal klare taal. Voor mensen daarbuiten zegt het zeer weinig en vaak komen ze door deductie nog tot de verkeerde conclusies ook.
Alternatieven zijn er genoeg: sales engineer of solution architect kom je regelmatig tegen, maar eigenlijk vind ik geen van beide goed.
Sales vind ik sowieso een “vies” woord.
Sales guys oftewel verkopers – dat doet me altijd denken aan de stereotype stofzuigerverkopers die deur aan deur gaan, weet u wel?
Presales insinueert wel dat mijn job zich afspeelt voor het sales gebeuren, maar eigenlijk zegt het nog te weinig.
Solution architect vind ik beter: een klant heeft een probleem waarvoor hij uiteraard een oplossing zoekt. Die oplossing wordt bedacht en uitgetekend door een architect. En we zijn er… bijna.
Zelf geef ik er de voorkeur aan om mezelf een “storyteller” te noemen.
I tell stories for a living.
Zo omschrijf ik mijn job aan mensen voor wie mijn sector een “ver-van-mijn-bed-show” is.
Het zit namelijk zo: presentaties geven zijn een groot deel van mijn tijdsbesteding en ik doe er alles aan om daar vooral geen typische, saaie presentaties van te maken zoals velen het wel brengen.
In plaats daarvan tracht ik er een verhaal van te maken, want mensen houden van een goed verhaal. Allemaal, één voor één.
Als je wil weten wat ik bedoel met storytelling, kijk dan eens naar enkele TED presentaties. Of check een pecha kucha event (20 slides en slechts 20 seconden per slide).
Mensen houden niet van slidedecks waarop meer dan 5 woorden staan. Dan lezen ze een boek dat geprojecteerd wordt in plaats van de luisteren naar de spreker. Het publiek vindt het dus saai en als spreker voel je je ook niet al te best. Big no-no dus!
Makkelijk hoor ik u denken? Eigenlijk wel, zolang je er niet over nadenkt.
Verhalen vertellen is namelijk aangeboren en doen we allemaal dagdagelijks (als je tegen een vriend / collega / partner / … vertelt hoe je dag was, dat concert geweest was,… dan vertel je dat als een verhaal, niet als een droge opsomming van feiten).
Het spel verandert van moelijkheidsgraad wanneer we een “story” willen vertellen voor een publiek van meer dan 5 mensen over een onderwerp dat minder “naturelle” aanvoelt dan wat we het afgelopen weekend als tijdsverdrijf deden.
Plankenkoorts, de draad kwijt zijn, zenuwachtig zijn… iedereen die al eens een presentatie gaf, weet wat ik bedoel.
Steve Jobs was een meester storyteller. Zijn passie en flair kennen tot op vandaag geen gelijke.
Zijn manier van vertellen – zijn product of oplossing aan zijn publiek duidelijk maken – dat is waar ik op mik.
Als je je verhaal zo goed kan brengen dat mensen bij het verlaten van de zaal even enthousiast zijn als je zelf bent, als de passie is overgesprongen, pas dan heb je als storyteller je werk goed gedaan.
Goeie slidedecks zijn cruciaal, maar in the end ligt de grootste verantwoordelijkheid bij jezelf als verteller.
Slides zijn simpelweg “a means to an end”, je gereedschapskist zeg maar. Waar ik vroeger pertinent 100 slides nodig had voor een bepaald verhaal, doe ik datzelfde verhaal nu met 10 slides én krijg ik betere feedback!
En op die slides, daar staat meestal niet veel op. Een veelzeggende foto, één enkel keyword,… De samenhang die vertel ik wel, dat moet niet op het bord staan.
En eigenlijk zijn die 10 slides er nog 8 teveel. Een intro en een outro slide moeten volstaan. De rest vertel ik wel en laat ons voor het gemak er een whiteboard bij nemen, want “whiteboarding” is the way to go.
Storytelling / evangeliseren – oftewel iets zo graag doen dat het nooit voelt als “werken”.
Happy doing what I do best.